Het is 17:30 als ik in de tuin zit met een 0.0 biertje en mijn laptop op schoot. Al de hele dag heb ik zin in een moment in de zon. Maar de dag is ineens bijna voorbij en de zon is weg. Maar ik zit. Buiten. Even alleen. Een momentje om hier in te duiken. Al een aantal dagen merk ik dat de verhalen in mijn hoofd voorbij komen. Dat ik wil schrijven. Dat ik wil delen. Maar waar te beginnen.
Onze Ravi is geboren, morgen negen weken geleden. Bizar hoe snel deze weken gegaan zijn. Bizar dat jij kleine man al negen weken bij ons bent en het voelt alsof het nooit anders geweest is. Wat een verbondenheid, wat een liefde. Het klopt. Jij bent er kleine grote man. Onze zonnestraal. Ik ben mama. Ik ben mama. Een groot verlangen, een lang gekoesterde droom. Ik mag me nu jouw mama noemen. En dat voelt zo kloppend.
Ravi, je bent zo puur. Je kijkt zo helder en open de wereld in. Je bent gevoelig. Je hebt zo’n zachte uitstraling. En als je lacht smelt mijn hart. Of ik huil. Gewoon omdat het zo ontzettend aandoenlijk lief is. Ik ben niet de enige die zo gek op je is. Je hebt al vele harten veroverd lieverd. En dat zul je vast en zeker blijven doen. Ik wens je zo een liefdevol leven lieve kleine man. En dat is wat mij, ons te doen staat. Jou als ouders liefde geven. Jou zien. Jou horen. Er voor jou zijn. En ik voel nu al hoe onvoorwaardelijk dat is.
Ik ben moeder. Het klopt in alles. Toch is het een groot geschenk. Heel groot. Ik kon me niet eens voorstellen hoe groot het zou voelen om moeder te worden. Ineens is dat mini mensje daar. Die helemaal afhankelijk is van jou. En wat komt daar veel bij kijken. Het was geen makkelijke start. Waar ik de meeste moeders om mij heen hoor zeggen dat je de bevalling zo weer vergeten bent, voel ik die nog niet. Het was een lange rit. En ook de start samen verliep niet zoals gehoopt. Meteen werd ik enorm uitgedaagd in het moederschap. Door helaas veel pijn aan mijn stuitje kon ik niet de zorg voor jou dragen die ik zou willen. Ik ben net moeder geworden. Ik wil je vastpakken. Ik wil je optillen. Ik wil je voeden. Ik wil je knuffelen. Ik wil dat je lekker bij me ligt. Ik wil je troosten als je verdrietig bent. Ik wil het allemaal. Niets liever dan dat. Maar mijn lijf laat het niet toe. Alles moet aangepast. En dat vraagt om de grootste aanpassing vanuit mezelf. Wat een strijd. Ik blijf het proberen, ondanks de pijn. Ik voel me ontzettend machteloos dat dit niet kan zoals ik zou willen. Ik ben zelf een beetje jaloers op papa die dat wel kan. Het voelt ontzettend oneerlijk. Het maakt me zo verdrietig. En ondertussen probeer ik bij te komen van de bevalling. Zoveel mogelijk rust houden, maar hoe doe je dat als er net zo’n klein mensje geboren is die geheel afhankelijk is van jou. Ik doe wat ik kan. En steeds ook nog teveel. Mijn lichaam heeft een groot herstel nodig. Maar ook mentaal is het zwaar. De bevalling die zo niet is verlopen als ik had gehoopt en ik heb hier nog te verwerken. Het is veel. Gelukkig hoef ik het niet helemaal alleen te dragen. En is er liefdevolle hulp en zorg. Maar het allerliefste, het allerliefste had ik het zelf gedaan. Het is een enorm proces is overgave en acceptatie. Alweer. En ik kan niet anders als er doorheen. Ik groei in acceptatie. In genieten van dat wat wel kan. Van kleine momenten waar ik voel dat ik er kan zijn. Ik groei in aanpassingen. In hulp accepteren. Nu bijna negen weken later is mijn lijf goed herstelt. Ik kan nog niet alles, maar we komen heel aardig in de buurt. De momenten dat ik Ravi zonder pijn zelf kon vastpakken, kon voeden, deze momenten, zo groots. Het raakt me nog. Want er gingen wat weken voorbij voordat dit pijnvrij kon. En nu, nu is papa weer aan het werk en doen we het samen Ravi. Wat een groot geluk dat we hier nu zijn.
Negen weken moeder. Een enorme transformatie en toch voelt het zo gewoon. Ik bleef hoop en vertrouwen houden en nu zijn we hier. Nu geniet ik enorm van het moederschap. En ben ik ook blij dat ik even hier buiten zit met mijn laptop op schoot. Een hele dag samen met jou en de deur niet echt uit door ook visite. Vanmiddag scheen de zon en had ik zo’n enorme zin om even koffie te drinken in de zon. Ik zou zelfs mijn bikini aankunnen. Maar eerst even zoonlief naar bed brengen. Mijn bikini leg ik alvast klaar. Ik blijf even bij je zitten, maar het lukt je ondanks dat je moe bent niet om zelf in slaap te vallen kleine man. En dus blijf ik even bij je tot je slaapt. Dan snel even mijn spullen van het kolven en voeden opruimen en ik zet alvast het espressoapparaat aan. Als ik je hoor. Even je speentje denk ik nog. Maar ineens ben je weer klaarwakker. En ik zit weer naast je in het donker. Ergens merk ik dat het mij een moment frustreert. Want oh ik wil zo graag even in ze zon. Ook hier weer is het overgave. Aanwezig in het nu. En hier heeft dit kleine mannetje, mijn lieve zoon mij nodig. Het is oké. Ook dat het verlangen blijft. Maar als je net weer slaapt is de zon natuurlijk weg en na een wasje en als mijn koffie klaar staat hoor ik je weer. Je bent wakker. Wakker. En hoe graag mama misschien ook wilt dat je nog even gaat slapen, het gaat niet gebeuren. Dan komt papa thuis en die wilt jou een flesje geven. En zo zit ik hier, nu bijna een uurtje in de tuin. Met mijn laptop op schoot en een 0.0 biertje erbij. Geen zon dat dan weer niet. Maar he, we hebben onze eigen zonnestraal dichtbij. Ravi- zonnestraal. Brenger van het licht. Jij bent er. Jij bent er altijd. En jij geeft mij nu al zoveel liefs en warmte. Ik neem het allemaal in mij op. Ik zie jou. Ik geniet. Ik ben ontzettend dankbaar dat je er bent. En stiekem kijk ik ook uit naar morgen een koffie in de zon : )